Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En David ging uit [13]hun tegemoet, en antwoordde, en zeide tot hen: Indien gijlieden [14]ten vrede tot mij gekomen zijt, om mij te helpen, zo zal mijn hart tegelijk over ulieden zijn; maar indien het is, om mij aan mijn vijanden bedriegelijk over te leveren, [15]daar toch geen wrevel in mijn handen is, de God onzer vaderen zie het, en straffe het! 13. Hebreeuws, voor hun aangezicht. 14. Dat is, vredeshalve. 15. Dat is, daar ik toch niet schuldig ben van iemand geweld, of moedwillig kwaad of onrecht gedaan te hebben.